Spel
De huid van de elf was bleek als het maanlicht en haar haar was zo zwart als de nacht. Haar ogen waren als diepe plassen vloeibaar zilver en haar lippen waren robijnrood. Ze was gekleed in een eenvoudige groene jurk, maar deze leek te gloeien van haar eigen innerlijke licht. Ze stond in de schaduw en keek naar de mensen die hun dagelijkse leven leidden. Ze was door hen gefascineerd en verlangde ernaar zich bij hen aan te sluiten. Maar ze wist dat ze haar nooit zouden accepteren, niet vanwege haar ras, maar vanwege haar schoonheid. Ze verschilde te veel van hen. Ze zuchtte en draaide zich om. Ze zou zich nooit bij hen kunnen voegen, maar ze kon ze nog steeds van een afstandje bekijken. En dat zou genoeg moeten zijn.
Bekijk de gamevideo
De overzichten van het spel