Spel
Het huis was een puinhoop. Er waren overal ondoden. De babysitter, meneer Katt, had nu de leiding. Hij moest alle rommel opruimen. Hij begon in de woonkamer. Overal lagen lichamen. Hij moest ze oppakken en naar buiten dragen. Hij nam ze mee naar de achtertuin en verbrandde ze. Hij ging naar de keuken. Er waren meer lichamen. Hij moest het bloed en het bloed opruimen. Hij boende de werkbladen en de vloeren. Hij ging naar de slaapkamers. Er waren nog meer lichamen. Hij moest het braaksel en de urine opruimen. Hij haalde de bedden af en gooide de lakens in de wasmachine. Hij is eindelijk klaar met het opruimen van het huis. Hij was uitgeput. Hij ging naar de badkamer en nam een lange douche. Daarna voelde hij zich beter. Hij ging naar de keuken en zette een kop koffie voor zichzelf. Hij ging aan tafel zitten en keek de kamer rond. Het huis was nu schoon. Hij was blij dat hij de rommel had kunnen opruimen. Hij nam een slok van zijn koffie en dacht na over wat er was gebeurd. Zoiets had hij nog nooit eerder gezien. Hij wist niet hoe de ondoden het huis waren binnengekomen, maar hij was blij dat ze nu weg waren. Hij dronk zijn koffie op en ging naar bed. Hij was uitgeput, maar ook opgelucht. Hij had de nacht overleefd en de rommel opgeruimd. Hij was klaar voor alles wat daarna zou komen.
Bekijk de gamevideo